“Het landschap is heel essentieel voor mij. Daarom zit ik ook hier in Abbekerk in de polder. Niet de oneindigheid, maar de eindigheid is hier aanwezig. Het platte landschap. Wat ik hier zo mooi vind is het licht. Misschien stel ik me wel aan, maar dat vind ik prachtig terwijl ik helemaal geen schilder ben. De wisselingen van het licht door de jaargetijden heen zijn hier veel meer zichtbaar dan in de stad. Hoewel ik niets tegen de stad heb natuurlijk. Daar zit ik de helft van de week, ook door mijn werk. Ik praat twee dagen per week met schoolkinderen in musea. Elf- en twaalfjarigen die je alles vertellen over het hoe en waarom; die komen met prachtige, oprecht boute uitspraken.” – Valentijn van der Heide